Opgevaren Meesters

Jezus Christus

Toen de apostel Johannes schreef: “Het ware Licht dat iedereen verlicht die in de wereld komt”, beschreef hij de Zoon die, zoals hij geloofde, lichamelijk in Jezus Christus woonde. Het Licht, de Zoon, staat ook bekend als Het Woord (de Logos) en de Universele Christus. De Universele Christus wordt voor eenieder van ons verpersoonlijkt als ons eigen Hogere Zelf, of Heilige Christus-Zelf. Je kunt je Hogere Zelf beschouwen als je innerlijke Christus,  je Hogere Zelf vertegenwoordigt je potentieel om God te realiseren en met hem één te worden.

Doel van de mystici
De apostel Paulus schreef over Jezus dat in hem lichamelijk de volheid woonde van God. Maar er bestaat niet alleen een incarnatie van Christus. De Christus laten incarneren is in wezen het doel van de mystici in iedere religie of ze dat nu wel of niet volgens deze termen uitdrukken, want alle mystici streven de directe ervaring van en de vereniging met hun eigen Hogere Zelf na. De meesten kunnen nog niet zeggen dat zij de Zoon van God zijn (met een hoofdletter Z) maar we kunnen wel zeggen dat we zonen en dochters van God zijn (met kleine letters) die bezig zijn om ons goddelijke potentieel te ontwikkelen.

Jezus Christus; Wie is Hij? de Betekenis van zijn Missie (dit artikel is samengesteld uit delen van het boek Kabbala, (copyright C.U.T. – met toestemming).

De term ‘Zoon van God’ is daarom een titel die iedereen kan verdienen. Niemand kan aanspraak maken op deze titel op grond van het feit dat hij als Jood is geboren of een herboren Christen. Het Zoon-schap is niet automatisch want er staat geschreven dat God geen onderscheid maakt wat betreft personen maar dat degenen die Hem vrezen en rechtvaardig zijn door Hem worden geaccepteerd ongeacht van welke nationaliteit ze zijn.

Jezus, Avatar van het Vissentijdperk
Hoewel er in de hemel andere zonen van God zijn, kunnen we een speciale relatie tot Jezus Christus opeisen omdat Hij was en nog steeds het archetype van de Christus is, of de Avatar van de 2.150 jarige periode die als het Vissentijdperk bekend staat. De aarde gaat ongeveer iedere 2.150 jaar door een tijdperk wat overeenkomt met één van de twaalf tekens van de dierenriem. De duur van een tijdperk wordt bepaald door een fenomeen wat genoemd wordt de ‘vervroeging van de nachteveningen’ (precession of the equinoxes) wat het gevolg is van de langzame teruggaande rotatie van de aarde om zijn as. Door deze teruggaande omwenteling beweegt het lentepunt zich terugwaarts door de twaalf tekens van de dierenriem. Er begint een nieuw tijdperk als het lentepunt van een teken van de dierenriem een ander teken binnengaat.

Gedurende elk tijdperk is het de bedoeling dat een beschaving of een continent of de gehele planeet een bepaalde eigenschap van God assimileert. In het jaar 2000 v.Ch. of vierduizend jaar geleden gingen wij het tijdperk van Ram binnen. Dit was het tijdperk van de patriarchen en de profeten. Het Ramtijdperk bracht met zich mee het bewustzijn van God als Vader en als Wetgever. Ongeveer 2150 jaar geleden gingen we het Vissentijdperk binnen. Dit tijdperk bracht met zich mee het bewustzijn van God als de Zoon en werd bepaald door de komst van Jezus Christus als de vertegenwoordiger van de Zoon.

Watermantijdperk
Tegenwoordig gaan wij een nieuw tijdperk binnen namelijk het Watermantijdperk. Dit zal worden bepaald door een universeel bewustzijn van de Heilige Geest en de Goddelijke Moeder. Als wij deze initiaties van de heilige Geest en de leringen van de goddelijke Moeder in ons opnemen, worden onze geest, ziel en ons hart voorbereid om de woonplaats te worden van zowel de heilige Geest als de goddelijke Moeder, net zoals wij de gelegenheid hadden om de Wet van de Vader en de Zoon in de voorafgaande twee tijdperken te belichamen.

Uit alle hemelse zonen koos God Jezus om op aarde te incarneren en zodoende de Avatar van het Vissentijdperk te worden. In deze rol heeft Jezus het gewicht van de zonden, ofwel het negatieve karma van de planeet gedurende de afgelopen 2150 jaar gedragen, zowel voor als na zijn geboorte. Hij heeft ons afgeschermd van de volledige consequenties van onze verkeerde daden. Desondanks zijn wij toch nog steeds verantwoordelijk om te boeten voor die zonden ofwel voor dat negatieve karma.

Tijd van afbetaling
Door zelf de lasten van onze zonden (karma) op zich te nemen, droeg Jezus de zonden van de wereld zodat de mensheid spiritueel volwassen zou worden en dan de eigen lasten zou dragen. In wezen schonk hij ons vergiffenis voor onze zonden, voor de duur van het afgelopen Vissentijdperk. Maar vergiffenis wist de zonden of het karma niet uit: die werd alleen uitgesteld.

Het Christendom biedt een prachtige verankering in Jezus Christus. Echter kent de traditionele kerkelijke leer een misvatting dat ieders zonden door Jezus Christus zijn afbetaald aan het kruis. De werkelijkheid is dat dit niet in lijn kan zijn met de Grote Wet van rechtvaardigheid en genade. Die misvatting zorgde, door incarnaties heen, voor veronachtzaming van de wetten van reïncarnatie en karma; de eeuwenoude wijsheden uit het Oosten en die zeer bekend zijn onder de Christelijke mystici en gnostici, waaronder Jezus zelf, die in zijn onbekende jaren naar het Oosten trok om onderwezen te worden in de mysteriescholen. Deze veronachtzaming verhindert het verkrijgen van wijsheid om het werkelijke doel in het leven te begrijpen.

Toen hij aan zijn missie begon als de Christus, toonde hij iedereen hoe degenen die hem volgen, de weg naar de Vader terug kunnen vinden. Wanneer Jezus Christus sprak, luisterde iedereen aandachtig. Maar in werkelijkheid was het hun Heilige Christus-Zelf of Hogere Zelf die zij door Jezus Christus naar hun ziel hoorde spreken. Jezus was de volldedige belichaming van het Hogere Zelf, ons Hogere Zelf of Christus-Zelf. Toen Jezus als de Universele Belichaming van Christus sprak: “Niemand komt tot de Vader dan door mij”, betekende het dat ieders Heilige Christus-Zelf de weg is naar de Vader. Jezus droeg de volledige uitwerking van alle zonden (karma) op zich wat zich manifesteerde als de kruisiging. Dit is een opperste daad van liefde en genade maar ook die van de Grote Wet. Maar de Grote Wet kent ook een rechtvaardigheidsaspect. De afbetaling van zonden werd opgeschort zodat mensen gedurende de incarnaties vreugdevol goede werken kunnen verrichten, schulden kunnen inlossen, en hun eigen hemelvaart kunnen bereiken zoals Jezus Christus illustreerde. Op diep zielenniveau zijn we hiervan bewust – de Grote Wet van rechtvaardigheid en genade.

Hedendaags maakt de mensheid van planeet aarde de overgang door van het Vissentijdperk naar het Watermantijdperk en Jezus geeft aan eenieder van ons de verantwoordelijkheid terug van het dragen van onze eigen lasten in waardigheid en in ere, door zijn pad te volgen, het pad van Christusschap en hereniging met ieders eigen Heilige Christus-Zelf. Dus leerde Paulus dat uiteindelijk ieder mens zijn eigen last zal moeten dragen. Hij waarschuwde dat we onszelf niet voor de gek moeten houden want Grote Wet is ook rechtvaardig: wat iemand heeft gezaaid, dat zal hij ook oogsten.

Jezus, het voorbeeld van Christusschap 
Als vertegenwoordiger van de Zoon van het Vissentijdperk is Jezus het absolute voorbeeld en de absolute wegwijzer van het Pad van Christusschap. Hij kwam om ons te tonen hoe wij ons met het Hogere Zelf konden verenigen zodat wij ook zouden weten hoe wij één met de Christus konden worden en ons eigen Christusschap volgens zijn voorbeeld konden verwezenlijken. In het boek van Johannes beloofde Jezus op het laatste Avondmaal dat ‘hij die in Mij (de Christus) gelooft, de werken die ik gedaan heb, ook zal doen en nog grotere werken dan deze, omdat ik naar mijn Vader ga’.

Volmaakt
Ofschoon dit niet direct het beeld is van Jezus wat orthodoxe christenen willen benadrukken, zijn er veel aanwijzingen om dat te ondersteunen. Het boek van Mattheüs beschrijft dat Jezus ons aanmaande om naar volmaaktheid te streven. ‘Wees daarom volmaakt, net zoals uw hemelse Vader volmaakt is’. Paulus onderwees de Galaten dat hij hard zwoegde om de Christus in de mensen geboren te laten worden en dat hij ook zei, dat niet alleen hijzelf leefde maar ook de Christus in hem leefde. Ook schreef Paulus aan de Korinthiërs dat wij de geest van Christus in ons hebben en aan de Fillippenzen: ” Laat deze geest in u zijn die ook in Jezus Christus was.”

Nog meer bewijzen dat Jezus heeft onderwezen dat jij net zoals hij voorbestemd bent om je eigen Christusschap te verwezenlijken, werden gevonden in de Gnostische Evangeliën en de Christelijke teksten die in 1945 bij Nag Hammadi in Egypte werden gevonden. Gnosticisme is een term dat wordt gebruikt om verschillende groepen of sekten te beschrijven binnen het christendom, die in de 2e eeuw tot bloei kwamen.

Gnostische geschriften in de ban
De gnostici maakten er aanspraak op dat zij een vergevorderde lering bezaten die in het geheim aan hun was aangereikt door Jezus en zijn intieme groep van discipelen. Sommige gnostici gaven een zeer afwijkende zienswijze op de rol en de missie van Jezus dan de kerkgeleerden van toen dat deden. Omdat de leringen van de gnostici de eenheid van de groeiende orthodoxe kerk bedreigden, deden de kerkleiders de gnostische geschriften in de ban en onderdrukten die en vernietigden die bijna geheel.

De paar gnostische teksten die behouden zijn gebleven, leren dat een ware discipel zijn leraar navolgt om gelijk aan hem te worden of hem zelfs voorbij te streven. Een oude verzameling van wijze gezegden die in Nag Hammadi zijn gevonden en de uitspraken van Sextus genoemd worden, leert: iemand die goed is, is het goede werk van God. Iemand die God waardig is, is God tussen de mensen en ook de Zoon van God.’

In de Apocriefe teksten, het geheime boek van Jacobus, zegt Jezus: ‘Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, dat niemand het koninkrijk des Hemels op mijn verzoek zal binnengaan, maar slechts omdat u zelf vol bent. Wordt beter dan ik; wordt zelf zoals de zoon van de Heilige Geest.’ Het gnostische evangelie van Filippus beschrijft dat de volgeling van Jezus niet langer een Christen moet zijn maar een Christus moet worden.’ Het zegt: ‘u zag de geest en u werd geest, u zag de Christus en u werd Christus, u zag de Vader en u zult de Vader worden’.

In het evangelie van Thomas waarvan gezegd wordt dat het de geheime uitspraken van Jezus bevat, vertelt de meester zijn volgelingen: ‘omdat u hebt gedronken, bent u onder invloed gekomen van de borrelende fontein die ik heb uit doen gaan. Degene die de woorden uit mijn mond drinkt zal worden zoals ik ben. Ikzelf zal hem worden en datgene wat verborgen is zal aan hem worden geopenbaard.’

De Universele Christus
De opborrelende fontein waar Jezus over spreekt is de bron van de Universele Christus. Jezus belooft dat als u met liefde en dankbaarheid van dat water van het eeuwigdurend leven hebt gedronken en dit hebt geassimileerd, ‘u als mij zult worden, als de Christus en ikzelf, als de incarnatie van de Christus’.

De mystieke paden van de wereldreligies zullen getuigen van de universele waarheid dat degene die van de fontein van de Ene Bron drinkt, één zal worden met die Bron, het maakt niet uit welke religie wij nu aanhangen, of wij nu horen dat wij één kunnen worden met Brahman, met de Tao, met de Boeddha, of Ein Sof en de Sefirot of met de Zoon van God.

In het oeroude Hindoe epos ‘Mahabharata’ onderwijst de wijze Sanat Kumara dat Brahman de Absolute, leeft in ieder schepsel. Degenen die hem kennen, kennen die universele Vader die in het hart van elk schepsel leeft. Degene die Brahman kent is gelijk aan Brahman. De Chinese filosoof Chu Hsi zegt: ‘als wij de realiteit van Tao weten, dan moeten wij die in onze eigen natuur zoeken. Een ieder heeft in zichzelf het principe van rechtvaardigheid. Dit noemen wij de Tao of de Weg.’

Een Boeddistische tekst leert: ‘Het zaad van boeddhaschap bestaat in elk levend wezen. Daarom, voor nu en altijd, is alles wat leeft begiftigd met de essentie van de Boeddha’. De boeddhistische leraar Saicho zegt: ‘Als ik u vereer, o Boeddha, dan is dit een boeddha die een andere boeddha vereert. En gij bent het, die dit feit aan mij bekend maakte, o Boeddha.’

Wij geloven dat het Nieuwe Testament en de Christelijke gnostische teksten Jezus beschrijven als een oudere broeder die al datgene leert wat alle grote leraren van de mystieke paden van de wereldreligies leren, namelijk dat je je eigen persoonlijke en transformerende relatie met God kunt bereiken en dat je je potentieel kunt realiseren teneinde een zoon van God te worden en één te worden met de Christus.