Deze derde reeks in de serie quotes en passages uit het boek ‘Alchemie van het Hart’ begint met het hoofdstuk over meeleven met elkaar. Het start met een belangrijke les: het verschil tussen mededogen en sympathie.
Hoewel de woorden medeleven (mededogen ofcompassie) enmedelijden (sympathie)soms door elkaar worden gebruikt, kan het onderscheid maken ons helpen om beter te begrijpen wat meelevende liefde is, en wat namaakliefde is. Medeleven is bekrachtigend, omdat het ons helpt de spirituele lessen te leren die onlosmakelijk zijn verbonden aan al onze uitdagingen. Medeleven geeft anderen niet de schuld van de situatie waarin we ons bevinden, maar laat zien dat je reactie op die situatie het allerbelangrijkst is. Medeleven nodigt ons uit om naar een hogere uitkijkpost te klimmen, zodat we onze uitdagingen op een ander niveau kunnen aanpakken. Menselijke sympathie daarentegen, biedt ons de kans de slachtofferrol aan te nemen. Het moedigt ons aan om zelfmedelijden toe te staan en te blijven waar we zijn. Sympathie verleidt ons tot een vlucht uit de werkelijkheid, in plaats van die onder ogen te zien.
Afhankelijke mensen hebben de neiging zich grote zorgen over anderen te maken, of proberen die te helpen op een manier die niet echt helpt. Zij doen wanhopig hun best de gevoelens van anderen niet te kwetsen, en kwetsen uiteindelijk zichzelf. Ze zeggen ja als ze eigenlijk nee bedoelen. ‘Zoveel mensen verkeren in de illusie aardig te zijn’, schrijft John Gray, ‘en offeren te veel op van wie ze zijn, en verliezen daardoor hun vermogen om werkelijk lief te hebben en de liefde te krijgen die ze nodig hebben.’
Vanuit spiritueel oogpunt, is een van de belangrijkste sleutels tot een goede relatie, het ontwikkelen van onze unieke relatie met ons Hogere Zelf en met God, en onze partner helpen hetzelfde te doen. ‘Van een ander houden’, zei Søren Kierkegaard, ‘is hem te helpen van God te houden.’ Die sterke, innerlijke spirituele verbinding is wat ons uiteindelijk in leven houdt op onze reis in de liefde.
Als wij toestaan dat een ander geheel van ons afhankelijk is voor zijn geluk, stabiliteit en eigenwaarde, bewijzen we hem geen dienst. Wij doen er goed aan om de ander moed in te spreken, te steunen en te bekrachtigen, maar niets wat wij doen, kan zijn eigen opwaartse streven vervangen. Op het pad van zelfmeesterschap, moet ieder mens zijn eigen persoonlijke relatie met God opbouwen.
Er zal nooit een lijst komen met de do΄s en don’ts van hoe je meer zult gaan liefhebben – geen kant-en-klare formules. Ieder mens moet zelf de sleutel vinden die zijn innerlijke bron van liefde ontsluit. Eén ding wat de meesters van de liefde ons echter wel vertellen, is dat liefhebben makkelijker wordt, wanneer we er een gewoonte van maken. Zij zeggen dat liefde die spontaan opwelt, liefde is die ontstaat uit gewoonte. Liefde is een momentum, en je wint aan momentum door iets iedere dag te doen, en het te doen wanneer het niet gemakkelijk is. Doordat je de pomp van de fontein van liefde op gang brengt, zal je hart ieder moment van de dag bereid zijn om een bezwaard hart, een vermoeid lichaam of een gepijnigde ziel gerust te stellen.
Als we liefhebben, zeggen we niet: ‘Ik geef om je, maar het komt me nu even niet uit dit of dat te doen.’ Liefde wordt afgemeten naar onze daden, en betekent het meest, als we in staat zijn om het standvastig en onder buitengewone omstandigheden te geven.
De meesters van de liefde vertellen ons dat als we ons hart kunnen openhouden, zelfs als dat pijn doet, wij een vertegenwoordiger van medeleven en positieve verandering op aarde kunnen zijn.
De oude joodse mystieke traditie Kabbala onderwijst dat ieder van ons individueel bijdraagt aan de toestand van de wereld. Minuut na minuut vermeerderen wij ofwel de kracht van het goede op de planeet of we vermeerderen de last van de negativiteit. De Kabbala onderricht ook dat het kwaad in en van zichzelf geen macht heeft. Het zijn letterlijk onze negatieve gedachten, gevoelens, woorden en daden die het kwaad bekrachtigen. Omgekeerd, ontneemt het goede dat we doen het kwaad zijn macht, en dwingt de goddelijke wereld om zegeningen naar onze wereld te sturen. En als er voldoende van ons de liefde belichamen, een voor een voor een, wordt de wereld een liefderijke plaats.
Zoals Gandhi eens zei: ‘Het is mijn vaste overtuiging dat we de hele wereld kunnen veroveren met waarheid en liefde.