Opgevaren MeestersTeachings

De ware betekenis van Pasen

De Geest van de Opstanding zegt:
IK BEN de vlammende aanwezigheid van de opstanding. IK BEN het vuur van de Paasmorgen. Ik kom uit de wervelwind van het heilige vuur dat God is en IK BEN dat bewustzijn van regeneratie, opstanding dat leeft en beweegt en ademt in het hart van de Vlam. IK BEN die vlammende aanwezigheid. IK BEN die identificatie met God, met het zonnevuur, dat al het leven dwingt om hoger te rijzen in de volheid van de actie van de Wet….
U moet begrijpen dat zonder de kruisiging er geen opstanding kan zijn. Daarom kom ik, in de geest van de opstanding, als de heilige Maria,[1] om uw lichamen met olie te zalven tegen de dag van uw begrafenis, de begrafenis van de sterfelijkheid, van het vleselijk bewustzijn. Dat is het symbool van de kruisiging.

Gnostische leringen
De opstanding is een essentieel element in de gnostische theologie. Maar net als andere Gnostische geloofsovertuigingen, ontwikkelde het zich langs andere lijnen dan de evoluerende orthodoxe visie van de vroege Kerk. Voor de Gnostici was de opstanding niet alleen de unieke gebeurtenis van Jezus die op Paasmorgen uit de dood opstond: het werd de springplank voor het begrijpen van het proces van hun eigen persoonlijke verlossing.Het uitgangspunt van een studie over de opstanding in de gnostiek is een begrip van wat zij de Oproep noemden. Dit is gebaseerd op het fundamentele Gnostische geloof dat een vonk van licht, identiek aan God, die wij de drievoudige vlam noemen, in de mens huist, en dat de ziel, die in deze wereld verwikkeld is en zich niet bewust is van haar goddelijke aard, uit haar staat van sluimering of dronkenschap moet worden gewekt.

Dit gnostische thema wordt ook gevonden in de nieuwtestamentische brief aan de Efeziërs van de apostel Paulus, waar hij zich richt tot de “heiligen die te Efeze zijn” en “de getrouwen in Christus” met de woorden: “Ontwaakt, gij die slaapt, en staat op uit de doden, en Christus zal u licht geven.” Dit “opstaan uit de doden,” of “opstanding,” waartoe de ziel wordt opgeroepen had voor de gnostici een dubbele betekenis.

Ten eerste geloofden de gnostici dat wederopstanding plaatsvond bij de dood, wanneer de ziel, bevrijd uit het lichaam, begon aan de klim terug naar haar hemelse thuis, gekleed in een getransformeerd “geestelijk” lichaam. Deze opstanding kon alleen plaatsvinden als diegene in heiligheid, in licht, had gewandeld en het bruiloftskleed, het doodloze zonnelichaam, aan het weven was.

Het tweede geval van de opstanding is dat van de dagelijkse wedergeboorte en vernieuwing, zoals wanneer Paulus schrijft aan de Kolossenzen: “Liegt niet tegen elkander, aangezien gij de oude mens met zijn daden hebt afgelegd, en de nieuwe mens hebt aangedaan, die vernieuwd is in kennis.”

In het algemeen deelden de gnostici het orthodoxe geloof in de wederopstanding van het vlees niet, omdat zij geloofden dat het lichaam voorbestemd is om te vergaan. Dit is de leer van de opgevaren meesters en het is de verloren leer van Jezus Christus. De Gnostici weerlegden de literalisten van hun tijd. Zij leerden dat er geen opstanding van het vlees is, maar alleen van de ziel, en ter ondersteuning van dit geloof haalden zij de leer van Paulus aan dat “vlees en bloed het koninkrijk Gods niet kunnen beërven.”

Passages uit de Gnostische geschriften wijzen op het allesbepalende aspect van de opstanding dat in de orthodoxe theologie ontbreekt: dat het een ervaring was die in het hier en nu gerealiseerd moest worden. In tegenstelling tot de orthodoxe kijk toen en nu op de opstanding, beperkten de Gnostici de opstanding niet tot een eenmalige gebeurtenis die op Paasmorgen voor Jezus plaatsvond en die op een of andere toekomstige datum aan het einde van de wereld voor alle gelovigen in één keer zou plaatsvinden.

Voor de Gnostici is de opstanding de glorieuze bevrijding van de ziel uit een toestand van vergetelheid en onwetendheid tot zelfkennis in God. Het is de reanimatie van de goddelijke vonk van licht, of geest, in de mens, waardoor die geest kan toenemen en dat ook doet. Het is de inwijding van spirituele zelftransformatie en zelftranscendentie.

Het is de bedoeling dat je in dit leven je eigen opstanding en hemelvaart volbrengt. Je opstanding is je ontwaken tot je identiteit als Zoon van God. Je hemelvaart is je definitieve vereniging met God. Elke mystieke ervaring is een voorbereiding op die uiteindelijke vereniging, die kan plaatsvinden voor of na de dood wanneer je een voldoende hoeveelheid van je karma in evenwicht hebt gebracht.

1 Marcus 14:3-8; Johannes 12:3-7.


Bronnen:
Parel van Wijsheid: De Geest van de Opstanding, 17 maart 1974.
Mark L. Prophet and Elizabeth Clare Prophet, The Masters and the Spiritual Path, hoofdstuk 2.
Mark L. Prophet and Elizabeth Clare Prophet, The Path of the Universal Christ, hoofdstuk 3.
Lezing door Elizabeth Clare Prophet, 14 april 1987, “Christ’s Resurrection in You.”