De Manu en zijn goddelijke complement zijn opgevaren tweelingvlammen aangewezen door de Vader / Moeder God om het Christelijke beeld te sponsoren en te bezielen voor een bepaalde evolutie van levensgolf die bekend staat als een wortelras – zielen die als een groep belichamen en een uniek archetypisch patroon, goddelijk plan en missie hebben om op aarde te vervullen. Volgens de esoterische traditie zijn er zeven primaire opeenhopingen van zielen, d.w.z. de eerste tot de zevende wortelrassen.
De eerste drie wortelrassen leefden in zuiverheid en onschuld op aarde in drie gouden eeuwen vóór de Val van Adam en Eva. Door gehoorzaamheid aan de kosmische wet en totale identificatie met het Werkelijke Zelf, hebben deze drie wortelrassen hun onsterfelijke vrijheid verkregen en zijn opgevaren van de aarde.
Het was gedurende de tijd van het vierde wortelras, op het continent van Lemurië, dat de allegorische Val plaatsvond onder invloed van de gevallen engelen bekend als Slangen (omdat ze de serpentine spinale energieën gebruikten om de ziel te bedriegen, of vrouwelijk principe in de mensheid, als een middel voor hun doel om hun mannelijke potentieel te verlagen, waardoor de Zonen van God worden ontkracht). Vierde, vijfde en zesde wortelrassen (de laatste zielengroep die niet volledig in fysieke incarnatie afdaalt) blijven vandaag de dag op aarde geïncarneerd.
Het zevende wortelras is bestemd om te incarneren op het continent van Zuid-Amerika in het Aquariustijdperk onder hun Manus, de Grote Goddelijke Leidsman en zijn goddelijke complement. De God en de Godin Meru zijn de Manu’s voor het zesde wortelras, Vaivasvata Manu met zijn wederhelft is de Manu van het vijfde wortelras, en Heer Himalaya met zijn Geliefde is de Manu voor het vierde.
Vaivasvata Manu, de manu van het vijfde wortelras, houdt een focus in de Himalaya. De vlam geconcentreerd in zijn retraiteverblijf magnetiseert de zielen die evolueren binnen het vijfde wortelras naar het patroon van het Christusbewustzijn dat hij namens hen vasthoudt. In 1994 kondigde de Grote Goddelijke Leidsman aan dat deze retraiteverblijf en de retraiteverlijven van alle manu’s waren opengesteld voor sommigen onder de mensheid:
De bovenste tiende van de leden van alle wortelrassen die zijn geïncarneerd en degenen die niet van de wortelrassen zijn, maar van het engelenrijk die incarnatie hebben genomen om die wortelrassen te onderwijzen – de bovenste tiende begon toen bij de zomerzonnewende. .. om een versnelde cursus bij te wonen aan de etherische retraiteverblijven van de manus. De Manu’s zijn geliefde God-ouders die onmiddellijk reageren op de roep van hun kinderen met de geruststellende aanwezigheid van hun Licht met zoveel kracht / wijsheid / liefde dat de ethers trillen en elk kleintje zich Thuis voelen in de armen van God zelfs in het donkerste uur.
From: – Glossary, in: “Saint Germain On Alchemy” – TSL Encyclopedia. Image from Wikipedia: Manu with Seven Rishis in a boat tied by Vasuki to Vishnu as Matsya. Jaipur circa 1890.