Deel 2 van een 4-delige wekelijks reeks over reïncarnatie.
Waarom niet ? Grotendeels vanwege de Byzantijnse regeerders Justinianus en Theodora uit de zesde eeuw. Zij hadden beiden de gewoonte zich met de christelijke theologie te bemoeien. Theodora veroorzaakte zelfs de dood van de paus.
Justinianus bracht de genadeslag aan het christelijke geloof in reïncarnatie toe. Hij riep toen het Vijfde Kerkelijke Oecumenisch Concilie bijeen. De Concilie deed de leringen van de eminente theoloog Origenes van Alexandrië betreffende het eerdere bestaan van de mensen in de ban. Want als er niet zoiets als een vroeger bestaan is, dan kan er ook geen reïncarnatie bestaan.
Dus werden vanaf die tijd de christenen die in reïncarnatie geloofden als ketters beschouwd. Justinianus en Theodora deden alles wat in hun vermogen lag om ervoor te zorgen dat elke lering betreffende reïncarnatie uit de bijbel werd verwijderd.
Waarom waren Justinianus en Theodora zo gekant tegen de doctrine van de reïncarnatie? Wel, Theodora was prostituée geweest voordat zij keizer Justinianus huwde. Toen zij aldus van courtisane tot keizerin was opgeklommen, kon zij het denkbeeld niet verdragen dat zij in een volgend leven terug zou moeten keren als prostituée of iemand die anderen van dienst zou moeten zijn.
Dus, zoals Noel Langley in zijn boek over Edgar Cayce en de reïncarnatie schrijft, waren Justinianus en Theodora erop gebrand alle verwijzingen naar reïncarnatie uit de bijbel te verwijderen. [Noel Langley, Edgar Cayce on Reincarnation (New York: Warner Books, 1976), pag. 184, 186, 197-198.]
Volgende week deel 3 van: Reincarnatie: De leer van goddelijke rechtvaardigheid.
Passage uit het boek Het antwoord dat je zoekt ligt binnen in je. Verkrijgbaar bij amethistpers.nl