We gaan verder met de passages uit het boek ‘Alchemie van het Hart’… Deze passages van september gaan over het hoofdstuk ‘Hoe kan ik liefhebben als…’
Albert Schweitzer heeft eens gezegd: ‘Ik weet één ding: de enigen onder jullie die werkelijk gelukkig zullen worden, zijn degenen die zullen hebben gezocht, en gevonden, hoe ze kunnen dienen.’
Een hart dat open en bekrachtigd is, zegt niet: ‘Ik zal dit aardige ding doen of ik zal van deze persoon houden, zodat ik er iets voor terug kan krijgen.’ Feitelijk, als wij iets doen met dat motief in ons achterhoofd, dan is dat iets geen liefde. Liefde en eigenbelang gaan gewoon niet samen.
Moeder Teresa, wiens hele leven een oefening in liefde was, had geen bijbedoelingen bij haar zorg voor de armen en daklozen, zelfs niet de bedoeling de armen te bekeren. Zoals ze eens zei: ‘Bekering is niet ons werk – dat is het werk van God. We vragen nooit iemand om van godsdienst te veranderen. Het is onze missie om God te openbaren door onze goede werken te doen.’Wij allen openbaren een stukje van het goddelijke, als we iemands leven persoonlijk raken door een daad van liefde. Moeder Teresa wist dat veel mensen Gods troost of wijsheid of liefde niet kunnen ervaren, tenzij we die persoonlijknaar hen toe brengen. Dat is de geweldige sleutel die alle sloten opent, ontdekt door de mystici van de wereld.
Hoe kunnen we liefhebben als de andere persoon geïrriteerd, egoïstisch of depressief is – gedrag dat wij, natuurlijk, nooit vertonen! Echter, wanneer iemand geïrriteerd, egoïstisch of depressief is, is dat niet precies wanneer ze ons hart het meest nodig heeft? Zoals iemand scherp opmerkte: ‘Mensen hebben liefde het hardst nodig, wanneer zij die het minst verdienen.’ Als wij waarlijk liefhebben, blijven we ons bewust van de capaciteit van die persoon om te worden wie hij of zij werkelijk is – of het nu gaat om je echtgenoot, een collega, je kinderen of zelfs om jezelf. Wij hoeven niet te houden van iemands streken, maar we kunnen wel houden van de ziel die, net als wij allemaal, nog aan het worstelen is om een grotere uitdrukking van de Geest te worden.
Als je in een lastige situatie verzeild raakt, probeer dan eens God te vragen of hij je wil laten zien hoe hij liefheeft. Dat heb ik een keer gedaan. Ik was toen in mijn hart aan het mediteren op Gods liefde, en ik vroeg God om in mijn hart te komen, zodat ik kon begrijpen hoe ik kon liefhebben zoals God zou liefhebben. Ik werd gezegend met het wonder dat ik met mijn hele hart God van het leven voelde houden. En ik besefte dat er een groot verschil is tussen goddelijke en menselijke liefde, hoeveel liefde wij ook tonen. Er is een groot verschil tussen de manier waarop wij zien en de manier waarop God ziet.
Als wij kunnen visualiseren dat wij en anderen onze hoogste mogelijkheden benutten, als we anderen kunnen behandelen alsof ze al liefdevol handelen, dan zullen we de manifestatie van die hoogste uitkomst afdwingen. Hoe meer we elkaar zienals meesterlijke wezens, des te waarschijnlijker het is dat we meesterlijke wezens worden.
In de zestiende eeuw schreef kabbalist Moses Cordovero een geliefd en praktisch handboek voor het ontwikkelen van spirituele deugden: De palmboom van Debora. Zijn stelling is dat wij, aangezien wij zijn geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, bestemd zijn onze Schepper te imiteren door middel van onze deugden en daden. Cordovero begint met uit te leggen hoe we de kwaliteit mededogen kunnen ontwikkelen, door het meest verheven beeld van anderen in gedachten te houden. Als iemand je beledigt of uitdaagt, adviseert hij, denk dan aan zijn goede eigenschappen. Als we hier een probleem mee hebben, stelt hij voor dat wij ons de goede daden herinneren die hij vanaf zijn geboorte heeft verricht, zoals God dat doet. Als iemand onwaardig lijkt, zegt hij, denk er dan aan dat er een tijd is geweest, zelfs als dat in zijn babytijd was, dat deze persoon niet zondigde.
Het onbevlekte concept voor ogen houden voor anderen, betekent echter niet dat we de waarschuwingen van ons hart en onze ziel moeten negeren als we reëel fysiek, mentaal of emotioneel gevaar vermoeden. Wij hoeven iemands daden niet te vergoelijken of ons te laten kwetsen. Hoewel liefde niet oordeelt, gebruikt ze onderscheidingsvermogen. Hoewel liefde geen kwaad doet, is ze waarheids- getrouw.
Soms is de hoogste liefde de waarheid, vooral als degene van wie je houdt, wakker geschud moet worden. Als iemand iets doet waar je niet achter kunt staan, kun je rustig maar beslist zeggen: ‘Hier kan ik niet aan meedoen of in meegaan, en dit is niet iets wat ik je kan laten doen waar ik bij ben.’
Onze relaties zijn een belangrijke opstap naar ons pad van spirituele ontwikkeling. Als iemand in een hardnekkig patroon zit van afdalen naar een verlaagd bewustzijn dat voor jou onaanvaardbaar is, en hij of zij is niet bereid om eraan te werken die patronen te genezen, dan kan jouw vooruitgang worden belemmerd. Daarom wordt het gezegd dat we in een huwelijk een gelijk span (2 Kor. 6:14) moeten vormen. Van de andere kant kunnen we ook niet zomaar onze steun intrekken als onze partner, vriend of ons kind op een gegeven moment iets doet wat ons niet bevalt. Als we proberen lief te hebben zoals God liefheeft, beschermen wij het recht van ieder mens om zijn eigen pad te lopen en zijn volledige goddelijke potentieel te verwezenlijken, zonder hem te hekelen, op zijn kop te zitten of te veroordelen. Wij zullen manieren vinden om een wederzijds ondersteuningssysteem van het hart te creëren.