Worden we boos of gaan we proberen de verborgen zegening of les te ontdekken? De taoïstische filosoof Lieh-Tzu verduidelijkte dit punt in zijn verhaal over een arme oude man die bij zijn zoon woonde. Toen op een dag het paard van de man weg was, kwamen zijn buren langs om te zeggen hoe erg ze dit voor hem vonden. ‘Waarom denken jullie dat dit een probleem is?’ vroeg de man. Een tijd later kwam het paard terug, begeleid door verschillende andere wilde paarden. Toen de buren de oude man feliciteerden met de plotselinge vermenigvuldiging van zijn bezit, zei hij: ‘Waarom denken jullie dat dit een geluk is? ’Het bleek dat, met al die paarden in de buurt, zijn zoon begon met paardrijden, en dientengevolge zijn been brak. Toen de buren allemaal langs kwamen om te zeggen hoe erg ze deze nieuwe ramp vonden, vroeg de man: ‘Waarom denken jullie dat dit een ongeluk is?’ Kort hierna brak er oorlog uit, en zijn zoon, die nog steeds niet kon lopen, werd afgekeurd en hoefde niet ten strijde te trekken. De oude man had woedend kunnen worden over iedere onverwachte – schijnbaar negatieve – gebeurtenis en zijn vuist naar God kunnen schudden. Maar hij gaf iedere omstandigheid over, en keek uit naar het tevoorschijn komen van de verborgen zegening.
Het meest belangrijke ding om te onthouden, is dat liefde nooit een verspilling is. ‘Er bestaat geen ongeretourneerde liefde’, schreef Walt Whitman, ‘er is een zekere beloning, hoe dan ook.’ Wat er ook gebeurt, liefde is altijd de moeite waard, omdat ieder moment van liefhebben ons dichterbij de hogere liefde brengt die onze ziel zoekt. Op het meest fundamentele niveau van ons wezen, verlangen we ons te herenigen met onze goddelijke minnaars – God en onze ‘tweelingziel’.
Onze tweelingziel is onze ‘andere helft’, zoals Plato het beschreef, onze oorspronkelijke partner die in den beginne samen met ons werd geschapen. Dus ieder kruimeltje liefde dat wij geven, helpt niet alleen onze karmische schulden te vereffenen, maar het brengt ons ook veel dichter bij de hereniging met onze tweelingziel en met God. Het besef dat liefde kan helpen de schulden die we anderen verschuldigd zijn, te vereffenen, hielp mij allerlei relaties te zien als leerervaringen en kansen om meer liefde te geven, zelfs als die liefde afgewezen leek te worden.
Als wij ons erin oefenen om voorbij de uiterlijke persoonlijkheid te kijken van degene die we dienen, naar het werkelijke doel van onze liefde (God), zullen we beseffen dat onze liefde voor alles en iedereen, in feite een weerspiegeling is van onze liefde voor God. Immers, het was God die wij beminden, van het begin tot het einde. Dat niet alleen, maar als wij liefhebben, is het God die door ons heen liefheeft.
Als je geconfronteerd wordt met afwijzing of het verdriet van wat een verloren liefde lijkt te zijn, vraag dan aan jezelf: Waarom had ik lief? Wie en wat had ik werkelijk lief? Wat is de boodschap? Wat is de versleten ΄schaal’ van beperkt begrip die dit verdriet probeert open te breken? Wat is het nieuwe begrip dat aan mij wordt geopenbaard?
Als ik ervoor kies de energie die door mijn hart stroomt, uit te stralen als liefde, zal deze energie uiteindelijk bij mij terugkeren als de zegeningen van liefde. Als ik boosheid, wrok of kritiek uitzend, zal deze disharmonische energie volgens de wet van de cirkel ook bij mij terugkeren. Ooit, ergens, staan we aan het ontvangende eind van alles wat we hebben uitgezonden. Wanneer de stroom negatieve energie die we uitzonden bij ons terugkeert, hebben we de kans om haar aard te veranderen – er iets positiefs van te maken. Zoals de wet van behoud van energie ons leert, wordt energie noch geschapen, noch vernietigd. Maar ze kan wel stadia van transformatie en verfijning doorlopen.
Als wij ervoor kiezen haat met haat te vergelden, boosheid met boosheid, angst met angst, zal de vicieuze cirkel blijven bestaan. Als we in plaats daarvan haat tegemoet treden met liefde, boosheid met liefde, en angst met liefde, veranderen we de cirkel in een spiraal, die iedereen optilt naar een nieuw niveau. ‘Haat stopt nooit door haat, maar wordt slechts door liefde genezen’, zei de Boeddha.
Bron: Passages uit het boek ‘Alchemie van het Hart’ verkrijgbaar bij: www.amethistpers.nl